Geipen / Gijpen

Wanneer je van de wind af moet draaien, ga je geipen.
Dit doe je door je zeil naar voren te laten hangen en je giek iets meer naar achter nemen.
nu ge je voelen dat je windsurfplank gaat draaien van de wind af.
Wanneer je meer dan 90° gedraaid bent, ga je snel naar de andere kant van je plank en neem je je windsurfzeil en houdt het naar achter. Zo draai je terug naar de wind toe.
je trekt je zeil terug aan en gaat verder met windsurfen.

het is wel gevaarlijker bij sterkere wind kan het zeil wel sneller uit je handen slaan.

Gijpen kan daardoor soms zware ongevallen geven doordat de mast bij sterke wind op je hoofd valt. Dus altijd oppassen en indien je beginner bent, eerder overstag gaan dan gijpen.

Materiaal

Vandaag geef ik wat uitleg over de onderdelen van de plank en het zeil enzo.
de plank heeft 2 kanten, 1 met een punt en 1 met de vin onderaan(het breedste deel).
op je plank is er een gleuf, daarin steekt het zwaard dat je kan uitklappen als je aan het surfen bent. Dit zorgt voor meer stabiliteit. daarachter zit ook een dunne gleuf met metalen rand. hierin komt je mastvoet. Daarop zet je je mast. op je mast heb je ook een breed handvat waar je je zeil vasthebt. Dit is de giek, die kun je verstellen en aanpassen in hoogte, het beste is op schouderhoogte. Aan de mast zit het windsurfzeil vast. Dit kan variëren in grootte. Soms zit ook aan je plank aan de boeg wat voetbanden. Dit dient om te planeren. Wat dit is leg ik de volgende keer uit.

Groeten
Tuur

Overstag gaan

Als je eenmaal aan het surfen bent, moet je ook draaien met je plank. Dit kan op 2 manieren, namelijk overstag gaan en geipen. Vandaag leg ik uit oe je moet overstag gaan.
Overstag gaan is naar de wind toe draaien.
Dit doe je door je zeil een beetje naar achter te laten gaan, maar je moet het goed vasthouden, want het gaat draaien tot over het achtersteven. Je zult zien dat je dan draait, eenmaal als je meer dan 90° gedraaid bent (tegen de wind)zet je je beide voeten op het voorste deel van de plank, zodat je met je rug naar de punt staat(je zeil ligt recht voor je) . Je hebt je zeil nog altijd vast, je neemt het aan het punt waar de giek vast zit aan de mast. Je gaat verder naar de andere kant van de plank en neemt het zeil vast met de basishouding. Je houdt je zeil stevig vast en laat het en beetje naar voren hangen, je draait naar de wind toe en je zet je terug in basishouding en je bent gedraaid.